Een rode draad voor de dga

De RB pocket Belastingwetten 2023 is verschenen. Een blik op mijn verzameling en een moment van reflectie leiden tot deze schets, van de dga in een immer veranderende (fiscale) wereld.

Veel op papier heb ik niet meer, maar de wettenbundels nog wel. De eerste vijf dateren uit mijn studietijd in Amsterdam. Met de oude inkomstenbelasting en de oude vermogensbelasting.

Toen ik in 1992 ging werken was de inkomstenbelasting herzien (met Oort en Brede Herwaardering I). De wettenbundel stak ook in een ander jasje, geen pocketformaat meer. In die tijd streefden dga’s naar nulinkomens. Dan betaalden zij én geen inkomstenbelasting én geen vermogensbelasting (0,7%), want die bleef beperkt tot 80% van het belastbaar inkomen. Vermogen kon je beter in de bv vormen. Van salaris werd zonodig afgezien, of het werd uitgesteld met vorming van een reserve in de bv (RUS).

Sinds 1994 wordt het salaris van de dga langs de meetlat van het gebruikelijk loon gelegd.
De wettenbundel dijt verder uit. Zoals bij de introductie van het boxenstelsel in 2001, toen de bundel in een nieuw jasje werd gestoken. De vermogensbelasting was afgeschaft, maar keerde in verkapte vorm terug met 1,2% belasting in box 3 (30% van 4% fictief rendement op vermogen). Een pretbox is box 3 al jaren niet meer. En overzichtelijk ook niet.

Al die jaren zijn dga’s vermogensvorming in hun bv blijven koesteren (box 2). Dat is de rode draad.

In box 1 blijven verhogingen van het salaris voor de dga nogal eens achter, 49,5% belasting boven € 73.031 inkomen wordt liever vermeden. Wie goed blijft rekenen ziet dat de effectieve belastingdruk op een hoger inkomen zelfs 56,01% bedraagt, als je de afbouw van de arbeidskorting meeneemt (6,51% tot een inkomen van € 115.295). Een bestedingstekort privé wordt aangevuld met dividend, dat is goedkoper. Maar lenen van de bv is meestal de gedachte die eerst postvat. Ook bij aanschaf van bepaalde beleggingen in box 3.

Aandachtspunten voor de dga in 2023

  • Het salaris mag niet meer 25% lager zijn dan wat gebruikelijk is.
  • Eind dit jaar moeten schulden bij de eigen bv niet hoger dan € 700.000 zijn, om fiscale afrekening te vermijden.
  • Eigen-woningschulden kunnen daarbuiten vallen. Maar de rente is een aandachtspunt.
    Het bespaart nu niet meer dan 36,93% belasting, voor zover het boven het woningforfait uitkomt. Bij de bv is de belastingdruk hoger, 40% of 45,8%, afgezien van compensabele verliezen.
  • Verdere afbouw van schulden bij de eigen bv (vermogensvorming).
  • Reageren en anticiperen op veranderingen in box 3.

Voor 2026 is een nieuw box 3-stelsel gepland, op basis van werkelijk rendement. Maar het kan ook zijn, zo lazen we vorige week, dat het nieuwe stelsel een fijnmazig net van ficties wordt. Op de leest van de overbruggingswet die voor 2023, 2024 en 2025 is gemaakt. Dat wetje maakt de wettenbundel trouwens maar drie pagina’s dikker.

Niets is zeker in het leven “except death and taxes”, schreef Benjamin Franklin lang geleden. Maar hoe “taxes” er in de toekomst precies uitzien weet je nooit. Dga’s zullen voorlopig hun rode draad blijven volgen.

Tot slot, dagelijks pak ik de wettenbundel erbij om scherp te blijven. Dat doe ik al 30 jaar. Die van nu is precies 7 centimeter dik. Er komt een moment dat niet iedereen de bundel meer met één hand kan vastpakken. Toch ook maar digitaal dan?

Edwin

Persoonlijk,
erg betrokken én
gewoon goed advies

fiscaal advies

Bedankt!

Je aanmelding is verzonden.

Bedankt voor het inschrijven voor onze nieuwsbrief.

Team Opinion Accountancy & Tax