Proeftijdbeding: één dag kan het verschil maken

In een artikel van HR Praktijk wordt een recente rechtszaak besproken waarbij een proeftijdbeding in een arbeidsovereenkomst ter discussie stond. De kern van het geschil lag bij de duur van de arbeidsovereenkomst: zes maanden of zes maanden en één dag.

De rechtbank oordeelde dat de arbeidsovereenkomst voor zes maanden was aangegaan, waardoor het proeftijdbeding nietig was, omdat een proeftijd alleen is toegestaan bij een contractduur langer dan zes maanden.

De rechtbank was van mening dat de intentie van beide partijen belangrijk is bij de interpretatie van de overeenkomst.

De tekst van de overeenkomst vermeldde expliciet een duur van zes maanden. Echter, de werkgever beweerde dat de bedoeling was om een contract van zes maanden en één dag af te sluiten, om zo een proeftijd mogelijk te maken. Aangezien tijdens het sollicitatiegesprek gesproken was over een contract van zes maanden, en de werknemer niet op de hoogte was van de wettelijke vereisten omtrent de proeftijd, werd geconcludeerd dat de intentie niet was om een contract van zes maanden en één dag aan te gaan.

De rechter oordeelde daarom dat het proeftijdbeding nietig was.

De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken over de duur van een arbeidsovereenkomst en de noodzaak van een goede communicatie over de proeftijd, om te voorkomen dat werknemers onbewust in een onjuiste situatie terechtkomen.

Bron: HR Praktijk

Persoonlijk,
erg betrokken én
gewoon goed advies

fiscaal advies

Bedankt!

Je aanmelding is verzonden.

Bedankt voor het inschrijven voor onze nieuwsbrief.

Team Opinion Accountancy & Tax